Stem

stem, oh stem
waar laat ik mijn adem
in klank en muziek
hoor ik het uitgesproken

langs luchtwegen
zo moeilijk begaanbaar
roep ik, schreeuw ik

ontmoet ik het donkere gehemelte
de al niet al te gemakkelijke
gehalte, niet eens hoorbaar
voor iedereen

stem oh stem, om te spreken
wanneer laat ik je gaan
de adem onregelmatig
het genot van anderen

in geval van nood
word je pas verstaanbaar, anders
sluiten lippenpoorten de adem
tot nader ontdekking van jouw kracht

ik luister
naar mijn stem
subtieler dan subtiel
om de adem bij te staan